Tijdens een bepaalde meting kunnen verschillende fouten worden gepleegd: een fout die te wijten is aan het meetinstrument, een fout die te wijten is aan de accessoires van het meetinstrument, een fout bij het aflezen, enz. Deze fouten worden gedeeltelijke fouten genoemd. De onzekerheid van de meting moet ervoor zorgen dat rekening kan worden gehouden met alle gedeeltelijke fouten door ze te delen volgens een bepaalde wet die 2 keer de vierkantswortel van de som van de vierkantswortel van de gedeeltelijke fouten bedraagt.